Cijferbepaling handmatig beoordeelde toetsen

De productieve vaardigheden, met uitzondering van de toetsen taalverzorging, worden handmatig beoordeeld aan de hand van een diagnostisch of globaal beoordelingsmodel. Voor de cijferbepaling maken we onderscheid tussen niveautoetsen en combinatietoetsen.

Niveautoetsen

Het cijfer voor de niveautoetsen wordt automatisch vastgesteld in het Toetsplatform Taal. Om een uitslag te kunnen bepalen moet in ieder geval aan de pre-condities voldaan zijn. Om een voldoende voor een niveau te behalen dient een cursist op alle onderdelen, de verschillende aspecten van de getoetste taalvaardigheid, minimaal het getoetste niveau te beheersen. Naast de ‘voldoende uitwerking’, dat wil zeggen wanneer een cursist aan de minimale niveau-omschrijving voldoet, beschrijft het beoordelingsmodel ook excellente uitwerkingen, dat wil zeggen wanneer een cursist méér heeft laten zien dan de minimale niveau-omschrijving. Excellente uitwerkingen op bepaalde onderdelen kunnen onvoldoende uitwerkingen op andere onderdelen niet compenseren. Dat betekent dat een cursist alle onderdelen minimaal voldoende moet halen om voor de toets als geheel een voldoende te kunnen halen. Lees meer over het beoordelen van de toetsen voor de productieve vaardigheden bij een toets beoordelen in het Toetsplatform Taal.

Wanneer de cursist op één onderdeel lager scoort dan het getoetste niveau, kan hij dus nooit een voldoende voor de toets halen. Wanneer de cursist op alle onderdelen het getoetste niveau behaald heeft, behaalt hij minimaal een 6,0. Een hoger cijfer kan worden behaald wanneer bepaalde onderdelen als excellent (of goed) worden beoordeeld. De cursist kan per onderdeel een plusscore toegekend krijgen voor excellent uitgewerkte onderdelen. Wanneer een cursist voor alle onderdelen excellent scoort, krijgt hij een 10,0.

Compensatie is toegestaan, maar alleen in de hoogte van het cijfer, nooit tussen onvoldoende en voldoende. Heeft een cursist bijvoorbeeld drie minscores en twee plusscores gehaald? Dan mag hij die met elkaar compenseren tot één minscore (-3 + 2 = -1). Heeft de cursist drie plusscores en twee minscores gehaald? Dan zou hij in theorie één plusscore overhouden (+3 - 2 = +1), maar met één of meer minscores blijft er altijd één minscore staan en daarmee is het maximaal te behalen cijfer een 5,4.

Combinatietoetsen

Bij combinatietoetsen worden meerdere niveaus binnen één toets gemeten. Ook hier krijgt de cursist een niveaubepaling als uitslag. De cijferbepaling ligt iets anders in vergelijking met de niveautoetsen, het Toetsplatform Taal berekent hiervoor niet automatisch een cijfer. Het is aanu als docent om te bepalen vanuit welk niveau u de cursist gaat becijferen. Met andere woorden: u kiest één van de twee getoetste niveaus en stelt deze in als norm. Volg onderstaand stappenplan om de cijfers te berekenen.

Stap 1
Bepaal de norm. Dit is het niveau waarvoor u een cijfer wilt toekennen: het hoge of het lage niveau. Stel, een cursist heeft een toets Nederlands Schrijven A2-B1 gemaakt. Dan kiest u of u het niveau A2 of het niveau B1 als norm stelt.

Stap 2
Open de toetsuitslag van de cursist. Klik hiervoor op de betreffende toets in de resultatenpagina. Bekijk in het Toetsplatform Taal of de cursist de norm heeft behaald.

Indien de norm behaald is: kijk op hoeveel aspecten de cursist boven de norm heeft gescoord. Dit zijn de plusscores. Is de normB1 en heeft de cursist op een aspect excellent gescoord, dan geldt dit als één plusscore. Tel het aantal plusscores. Uit de tabel kunt u vervolgens het cijfer aflezen.

Indien de norm niet behaald is: kijk op hoeveel aspecten de cursist onder de norm heeft gescoord. Dit zijn minscores. Indien de cursist op sommige aspecten ook boven de norm heeft gescoord telt u ook deze aspecten (de plusscores) en mag u deze van de minscores afhalen. Let wel op: wanneer de norm niet behaald is, kan het cijfer nooit een voldoende worden. In het geval van bijvoorbeeld één minscore en drie plusscores wordt het cijfer dus een 5,4.

Stap 3
Download de omrekentabellen voor de productieve vaardigheden NT2 of Nederlands. Zoek de omrekentabel van de desbetreffende vaardigheid en het niveau dat u als norm hebt gekozen. Hebt u bijvoorbeeld gekozen om bij een toets Nederlands Schrijven A2-B1 het niveau A als norm te hanteren, dan kijkt u in de tabel Nederlands SchrijvenA2. Lees vervolgens het cijfer af uit de tabel. Wanneer het niveau waarvoor u een cijfer wilt toekennen behaald is, leest u het cijfer af uit de kolom ‘norm is behaald’. Wanneer het niveau niet behaald is, leest u het cijfer af uit de kolom ‘norm is niet behaald’.