Wanneer neemt u welke toets af?

Een toets is nooit een doel op zich, maar een middel om een doel te bereiken. Zodra u weet waar u naartoe wilt, kiest u de juiste toets binnen het onderwijstraject. Maar hoe kiest u de juiste toets? En wanneer neemt u deze toets af? Om te bepalen welke toets passend is op welk moment in het onderwijstraject moet u een aantal keuzes maken.

Keuze toetsniveau in combinatie met afnamemoment

Met de toetsen uit het Toetsplatform Taal kan methodeonafhankelijk worden vastgesteld welk niveau een cursist heeft en wat de afstand is tot het eindniveau. De toetsen zijn dan ook bedoeld als ijkpunt. Om een toets van het juiste niveau te kunnen kiezen, is het belangrijk om zicht te hebben op het startniveau van de cursist en op het eindniveau dat de cursist moet behalen. Op basis hiervan kunt u tussendoelen vaststellen gedurende het traject en hier passende toetsen aan koppelen. Om gericht naar een eindniveau toe te kunnen werken is het belangrijk om eerst het beginniveau te bepalen door middel van een nulmeting, bijvoorbeeld met een combinatietoets. Op basis van de resultaten van deze nulmeting kunt u vaststellen op welke momenten in het traject u welke tussendoelen stelt. Gedurende het traject kunnen vervolgens voortgangstoetsen worden ingezet om te bepalen of de cursist de tussendoelen heeft behaald en om de voortgang van de cursist te monitoren. Uiteindelijk kan met een niveautoets het eindniveau gemeten worden.

Over het algemeen kost het een aantal maanden (onderwijs)tijd voordat er significante groei zichtbaar is. Wij raden daarom aan om altijd minimaal acht maanden aan te houden tussen twee toetsmomenten, afhankelijk van de duur van een traject. Bij twijfel of bij cursisten die zich erg langzaam of juist heel snel ontwikkelen, kan een extra voortgangsmeting worden ingezet. Om de ontwikkeling van de cursist binnen de niveaus van het Raamwerk NT2 zichtbaar te maken, geven de toetsen in het Toetsplatform Taal naast een niveau-uitslag ook een ontwikkelscore. Ga voor meer informatie hierover naar ontwikkelscore.

Keuze niveau- of combinatietoets

Alle toetsen uit het Toetsplatform Taal voldoen aan de kwaliteitscriteria om als eindtoets te kunnen worden ingezet. Toch raden we aan om de niveautoetsen (toetsen die één niveau meten) te gebruiken als eindtoets en de combinatietoetsen (toetsen die meerdere niveaus meten) te gebruiken voor de nulmeting en voortgangsmetingen. Onder het tabblad examens zal u daarom standaard alleen niveautoetsen terugvinden. Doordat u bij de combinatietoetsen meerdere niveaus en dus een bredere range meet, krijgt u meer inzicht in het niveau en de voortgang van de cursist. U kunt toetsen in het Toetsplatform Taal oormerken als nulmeting, voortgang, eindtoets of herkansing. Lees hier meer over bij toetsen oormerken in het Toetsplatform Taal.

Keuze toetsversie

In het Toetsplatform Taal zijn van elke niveau- en combinatietoets verschillende versies beschikbaar. Van de toets Lezen B1 zijn bijvoorbeeld twee versies beschikbaar. Deze twee versies meten allemaal de niveaus B1, maar met andere toetsitems. De verschillende versies in het Toetsplatform Taal zijn altijd vergelijkbaar qua complexiteit. Door de verschillende versies kan een toets van een bepaald niveau vaker in het onderwijstraject afgenomen worden, bijvoorbeeld als nulmeting en als voortgangstoets, zonder dat de cursist dezelfde toetsitems meerdere keren maakt. Ook kunt u gebruikmaken van een andere versie voor een eventuele herkansing van een toets.