De kwaliteit van de beoordeling borgen
- Overal waar ‘toetsen’ staat, kan ook ‘examens’ gelezen worden
De toetsen voor de productieve vaardigheden schrijven, spreken en gesprekken voeren moeten handmatig worden beoordeeld door jou als docent. Onze ervaring is dat docenten vaak zeer ervaren zijn in het geven van taalonderwijs en daarom goed in staat zijn correct gebruik te maken van de ruimte die zij in de beoordeling hebben. Toch blijft beoordelen mensenwerk en kan een beoordeling nooit helemaal objectief zijn.
De TOA geeft enkele mogelijkheden om de betrouwbaarheid van de beoordeling te verhogen. Zo kun je van de mogelijkheid gebruikmaken om beoordelingen at random toe te kennen. Zie hiervoor beoordelaars toewijzen. Op deze manier beoordeel je niet je eigen studenten en kun je dus objectiever beoordelen. Ook kun je een second opinion aanvragen: twijfel je over een beoordeling, laat een andere docent de toets dan ook bekijken voordat de beoordeling definitief wordt. Lees meer over deze mogelijkheid bij een second opinion aanvragen. Bovendien biedt de TOA de mogelijkheid om beoordelaarbetrouwbaarheidsrapportages te maken en te gebruiken bij steekproeven en intervisies (zie beoordelingsgegevens genereren in de TOA). Dit alles om de kwaliteit en gelijkheid van beoordelingen te borgen. Naast deze mogelijkheden kun je ook zelf en met je collega’s het nodige doen om de kwaliteit van je beoordeling te borgen.
Wat kun je zelf doen?
Het borgen van de kwaliteit van de beoordeling stelt eisen aan jou als beoordelaar. Je bent een goede beoordelaar als je:
- een professional bent op het te beoordelen vakgebied;
- goed inzicht hebt in de referentieniveaus en/of CEF-niveaus;
- vertrouwd bent met de beoordelingsprocedures (zie een toets beoordelen in de TOA) en achtergrond van het beoordelingsmodel (zie inhoudelijke uitgangspunten beoordelingsmodellen);
- je realiseert wat je invloed is en daar integer en eerlijk mee omgaat;
- je bewust bent van de invloed die je eigen opvattingen en ervaringen kunnen hebben op een beoordeling;
- je bewust bent van je eigen valkuilen (lees hier meer over in het document veelvoorkomende beoordelaarsvalkuilen);
- bij voorkeur niet je eigen studenten beoordeelt.
Wat kun je met je collega’s doen?
Het borgen van de kwaliteit van de beoordeling stelt ook eisen aan de afspraken en procedures die jij en je collega’s hanteren rondom het beoordelingsproces. In het begin vraagt het veel tijd om je goed in het beoordelingsmodel te verdiepen en ermee vertrouwd te raken. Dit is een kwestie van meters maken en veel met elkaar overleggen en afstemmen. Om als team consistente beoordelingen te geven, is het ook nodig om met regelmaat steekproefsgewijs de beoordelingen te controleren en gezamenlijk te bespreken. Zo borg je de betrouwbaarheid van de beoordelingen van verschillende beoordelaars en werk je als instelling aan het verhogen van de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid.
Training en advies op maat
Heb je interesse in het volgen van een beoordelaarstraining of wil je persoonlijk advies over hoe je de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid in je team kunt vergroten? Kijk dan op http://www.bureau-ice.nl/mbo/trainingen of neem contact op met je TOA adviseur.