Spreken en gesprekken voeren

Inhoud Nederlands spreken

De TOA bevat toetsen Nederlands spreken voor de referentieniveaus 1F tot en met 3F. De taken die in de toetsen spreken aan bod komen sluiten inhoudelijk aan op de beschrijving van spreken zoals opgenomen in het referentiekader. Dit houdt in dat in de toetsen taken aan bod komen die aansluiten bij de taak ‘een monoloog houden’. Daarbij hebben we ervoor gezorgd dat de spreektaken ook aansluiten bij de beoogde doelgroep. De toetsen zijn vooral geschikt voor de doelgroep van (jong)volwassenen.

Inhoud Nederlands gesprekken voeren

De TOA bevat toetsen Nederlands gesprekken voeren voor de referentieniveaus 1F tot en met 3F. De taken die in de toetsen gesprekken aan bod komen sluiten inhoudelijk aan op de beschrijving van taken zoals die in het Referentiekader van Meijerink zijn opgenomen. Dit houdt in dat in de toetsen taken in de categorieën ‘deelnemen aan discussie en overleg’ en ‘informatie uitwisselen’ aan bod komen. Daarbij hebben we ervoor gezorgd dat de spreektaken ook aansluiten bij de beoogde doelgroep. De toetsen zijn vooral geschikt voor de doelgroep van (jong)volwassenen.

Er zijn intaketoetsen en toetsen voor het meten van voortgang en/of afsluiting. De intaketoetsen meten een combinatie van twee niveaus, de toetsen voor voortgang en/of afsluiting zijn altijd gericht op één niveau. De niveautoetsen voor 1F en 2F bevatten vier opdrachten, de niveautoetsen voor 3F bevatten er drie. De combinatietoetsen bevatten vijf of zes opdrachten.

Afname

De toetsen worden niet digitaal afgenomen. Wel selecteer je via de computer (of tablet) de gewenste toets voor de student.


Afnameproces
Stap 1Toets klaarzetten en vrijgeven in de TOA
Stap 2Documenten* downloaden en printen:
  • Handleiding
  • Aantekeningenblad
  • Toetsboekje student
Stap 3Je kunt de examens voor spreken en gesprekken voeren direct na elkaar afnemen. In dat geval kunnen beide vaardigheden in 20 minuten afgenomen en beoordeeld worden. Je kunt er ook voor kiezen de examens op verschillende momenten af te nemen. Het gebruik van een woordenboek is alleen toegestaan tijdens de voorbereiding van de toets.
Stap 4Je neemt de toets één op één af. Je kunt de spreekopdrachten of gesprekken opnemen, waarbij je achteraf beoordeelt, of je kunt het assessment met twee personen afnemen, waarbij één persoon als gespreksleider en de ander als beoordelaar fungeert. De gespreksleider en de beoordelaar kunnen vervolgens in overleg een betrouwbare beoordeling vaststellen. Omdat objectiviteit erg belangrijk is, wordt de toets bij voorkeur geobserveerd door een beoordelaar die de betreffende student niet zelf lesgeeft. Bij twijfel geeft het oordeel van de beoordelaar de doorslag.

*De naam van de student wordt automatisch op de documenten geprint. Als je op het document aantekeningen maakt, weet je na afloop bij wie de aantekeningen horen. Je kunt de aantekeningen gebruiken als je op een later moment de beoordeling in de computer invoert.

Beoordelen en resultaat

De beoordeling van de spreekvaardigheid gaat niet automatisch. Je moet de producten eerst handmatig beoordelen in de TOA (zie ook een toets beoordelen in de TOA). Op basis van de door jou ingevulde beoordelingen krijg je een uitslag. De uitslag bestaat uit een absolute en percentuele totaalscore, het behaalde referentieniveau en de bijbehorende ontwikkelscore. Daarnaast wordt er een detailuitslag gegeven op toetsonderdeel. Ga voor meer informatie hierover naar interpreteren toetsresultaten Nederlands. Aan de niveautoetsen wordt tevens een cijfer toegekend. Je kunt ook handmatig een cijfer toekennen aan de combinatietoetsen. Lees hier meer over bij cijferbepaling toetsen productieve vaardigheden.