INSTELLINGSEXAMENS SPREKEN EN GESPREKKEN VOEREN

Inhoud

Voor het toetsen van de vaardigheden spreken/gesprekken kunt u naast de reguliere toetsen in de TOA ook kiezen voor het afnemen van de instellingsexamens. Deze zijn specifiek bestemd voor kandidaten uit het mbo. Er zijn voor de referentieniveaus 2F en 3F drie instellingsexamens Spreken en drie instellingsexamens Gesprekken. U laat de kandidaat een combinatie van twee verschillende opdrachten maken. U kunt zelf, of in overleg met de kandidaat, kiezen welke van de drie opdrachten u afneemt voor spreken en welke van de drie opdrachten u afneemt voor gesprekken voeren. Alle combinaties zijn mogelijk.

Opdrachten
Gesprekken voerenSpreken
SollicitatiegesprekPresentatie BPV-bedrijf
BPV-gesprekPresentatie van project in BPV
WerkoverlegPresentatie stelling


De onderwerpen zijn voor 2F en 3F hetzelfde, de inhoud van de examens is vanzelfsprekend afgestemd op het niveau.

Voor de beoordeling maakt u gebruik van het rubrics beoordelingsmodel.

Afname

De toetsen worden niet via de computer afgenomen. Wel selecteert u op de computer de gewenste toets voor de kandidaat.



Stap 1Toets klaarzetten en vrijgeven in de TOA:
de instellingsexamens zijn te herkennen aan de afkorting IE achter de toetstitel
Stap 2Documenten* downloaden en printen:
  • Handleiding
  • Aantekeningenblad
  • Toetsboekje kandidaat
Stap 3Minimaal twee weken voor afname ontvangt de kandidaat het toetsboekje.
Stap 4U kunt de examens voor Spreken en Gesprekken voeren direct na elkaar afnemen.  In dat geval kunnen beide vaardigheden in 20 minuten afgenomen en beoordeeld worden. U kunt er ook voor kiezen de examens op verschillende momenten af te nemen. 
Het gebruik van een woordenboek is alleen toegestaan tijdens de voorbereiding van de toets.
Stap 5U neemt de toets één op één af. U kunt de gesprekken opnemen, waarbij u achteraf beoordeelt, of u kunt het assessment met twee personen afnemen, waarbij één persoon als beoordelaar fungeert. De toetsleider en de beoordelaar kunnen vervolgens in overleg een betrouwbare beoordeling vaststellen. Omdat objectiviteit erg belangrijk is, wordt de toets voorkeur geobserveerd door een beoordelaar die de betreffende kandidaat niet zelf lesgeeft. Bij twijfel geeft het oordeel van de beoordelaar de doorslag.


*De naam van de kandidaat wordt automatisch op de documenten geprint. Als u op het document aantekeningen maakt, weet u na afloop bij wie de aantekeningen horen. U kunt de aantekeningen gebruiken als u op een later moment de beoordeling in de computer invoert. Op de toetsboekjes is auteursrecht van toepassing.

Beoordelen & Resultaat

Als het examen is afgerond, moet u het examen handmatig beoordelen. Dit doet u door het rubrics beoordelingsmodel in te vullen in de TOA. Voor Spreken en Gesprekken voeren is een aparte beoordeling nodig, u vult het rubrics beoordelingsmodel dus voor beide vaardigheden in. Op basis van het ingevulde beoordelingsmodel krijgt u automatisch:

  • een niveau-bepaling voor de kandidaat (het getoetste niveau is wel of niet behaald);
  • een cijfer.

U beoordeelt het spreek- of gespreksproduct eerst op inhoudelijke adequaatheid om te bepalen of er een niveau-uitspraak gedaan kan worden. U beoordeelt allereerst of het geheel van de spreekopdrachten voldoet aan de volgende precondities:

  • De opdrachten zijn in het Nederlands gesproken.
  • De opdrachten zijn voldoende verstaanbaar.
  • De spreektijd bedraagt minimaal X minuten (4 minuten voor 2F/6 minuten voor 3F).

Als u bij de inhoudelijke beoordeling constateert dat de kandidaat niet voldoet aan de eisen die gelden voor inhoudelijke adequaatheid van de opdrachten horend bij een niveau, dan kunt u niet verder beoordelen en krijgt u geen niveau-uitspraak en cijfer. Alleen als de inhoud voldoende is, kunt u verder met de beoordeling van de vorm om te komen tot een niveau-uitspraak.

Meer over cijferbepaling.